Brug met ongelijke leggers
De damesbrug of brug met ongelijke leggers heeft twee parallelle, in hoogte verstelbare leggers die elk op een verschillende hoogte staan. De lage legger is 146 cm tot 196 cm hoog en de hoge legger is 226 cm tot 276 cm hoog. De breedte kan ook nog versteld worden (traploos van 110 cm tot 180 cm, diagonaal gemeten), maar voor een goede zwaai is de breedste stand ideaal.
Op de damesbrug kunnen verschillende soorten elementen worden geturnd, zoals
- Zwaaien (zoals reuzenzwaai)
- Draaien (zoals buikdraai, zolendraai)
- Kiepen
- Beenzwaaibewegingen (zoals ophurken en tegenspreiden)
- Vluchtelementen
- Afsprongen
Op lagere niveaus binnen het turnen worden vooral de draaien geturnd, zoals de buikdraai, dit is in het geheel gestrekt met de buik tegen de ligger ronddraaien. op de hoge niveaus worden steeds meer zwaai- en vluchtelementen geturnd zoals heren ook aan rekturnen. Een voorbeeld van een zwaaielement is de reuzenzwaai, waarbij de turnster geheel gestrekt rond de ligger draait. bij vluchtelementen 'vliegt' de turnster over de legger, zoals bij een paksalto, waarbij de turnster de legger loslaat, in de vluchtfase een salto maakt en de andere legger weer beetpakt. een veel voorkomende afsprong is de salto.
Het laatste turnnieuws:
Turnagenda: